Gaat Mortons neuroom vanzelf over? Nee. Sterker nog: het wordt steeds erger als je niets doet. Daarom ontwikkelde Voetentraining de Online Training Mortons Neuroom. Cocky Hoogeveen, initiatiefneemster, laat in onderstaande video zien hoe de training in elkaar zit.
Gaat Mortons neuroom vanzelf over?
Mortons neuroom kan ontstaan door een verkeerde houding, voetstand en manier van lopen. Dit moet je aanpakken als je wil dat de klacht vermindert en als je een operatie wil voorkomen. Mortons neuroom gaat dus niet vanzelf over.
Gelukkig hebben wij hiervoor de Online Training Mortons Neuroom ontwikkeld. Door je voeten te oefenen worden ze sterker, verbeter je je voetstand en houding. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor de beknelde voetzenuw en neemt de pijn af.
We nemen je echt bij de hand
Deze training bestaat uit 8 modules, 64 lessen en 3 bijlagen. De eerste module is de inleiding. Daar krijg je allerlei achtergrondinformatie. Bijvoorbeeld over hoe je moet oefenen, hoe je een zelftest doet, welke schoenen geschikt zijn, wat de relatie is tussen je voet en houding, enzovoort.
Vanaf module 1 ga je oefenen. In iedere module krijg je 5 tot 6 nieuwe oefeningen. En bij elke oefening vertellen we waarom je deze doet, wat een goede reactie is en wat geen goede reactie is. We nemen je echt bij de hand.
Meedoe-sessie
Een onderdeel dat deelnemers enorm waarderen is de meedoe-sessie. Dit is een bundeling van oefeningen die je in voorgaande modules hebt gedaan. Wij doen de oefeningen voor en jij doet ze na.
Community en support
Bij de training hoort ook de community. Dit is een besloten groep waar je kunt praten met Mortons neuroom lotgenoten. Je wisselt ervaringen uit en helpt elkaar. En wij van Voetentraining kijken natuurlijk mee en beantwoorden vragen.
Tot slot is er support. Hier kun je privé vragen stellen.
Download de gratis oefeningen voor Mortons neuroom
Wil jij eerst vrijblijvend ervaren hoe het trainen van je voeten is? Download dan de 4 gratis oefeningen voor Mortons neuroom. Zo maak je een goede start met Voetentraining.